Bootbehandeling en gedrag

INHOUD

  1. Wanneer mag er geroeid worden?
  2. Bootbehandeling
  3. Gedrag op de steiger (plaszijde)
  4. Gedrag op de plas
  5. Gedrag op het vlot (Breevaartzijde)
  6. Gedrag op de Breevaart
  7. Instructie Hijsinstallatie Wherryloods

Wanneer het verkeerslicht (op de website en naast de trap naar de sociëteit) op groen staat kan er geroeid worden, op rood mag er nergens geroeid worden. Indien het verkeerslicht op rood én groen staat mag alleen op de Breevaart worden geroeid. Oranje licht betekent alleen roeien op de ’s Gravenbroekse Plas.
Voordat je een boot pakt moet deze zijn gereserveerd in het reserveringssysteem van de vereniging. Dat doe je door te klikken op RESERVEREN ROEIBOTEN op de homepage van de website van de RZVG. Daar log je in via ‘Mijn Roei en Zeil’. De verdere uitleg en regels staan onder HANDLEIDING bovenaan de pagina rechts. Mocht er onverhoopt niet gevaren worden met de afgeschreven boot dan de reservering in het afschrijfsysteem ongedaan maken.

Glad materiaal

Belangrijk bij glad materiaal is dat 1 persoon duidelijk de leiding heeft bij alle til acties en dat minimaal 1 persoon de vrije ruimte van boeg en steven in de gaten houdt bij het verplaatsen van de boot. Zie ook dit filmpje met instructies voor het de loods in- en uitbrengen van glad materiaal.

Glad materiaal wordt altijd schoongemaakt op steunen. Gebruik altijd 2 steunen (ook voor skiffs). Een uitzondering is bij harde wind, dan mag een skiff ook op één bokje met de neus (boeg) op de boegbal op de grond.

Er blijft altijd iemand in de nabijheid van de boot. Voor een skiff is dit niet altijd mogelijk als je alleen bent, maar wees alert op de balans als je iets moet pakken.

Je maakt een boot na gebruik altijd schoon en droog met een doek. Eventueel spoel je eerst het losse vuil af met de slang of een gieter. Spoel na gebruik de doek uit, haal hem door de wringer en hang hem weer netjes op aan een van de rekken. Afnemen aan de binnen- en buitenzijde met een doek en maak de slidings en de wieltjes goed schoon. De slidings en wieltjes eventueel eerst met een vochtig schuursponsje en maak de wieltjes en slidings daarna droog met papier. Na het schoonmaken de evt. aanwezige luchtkasten openen. Zorg dat al het zwarte vuile uit de sliding en van de wieltjes af is.

Let op bij het laden en lossen van boten van de botenwagens dat je die wagens zo neerzet dat er nog ruimte is om boten van de plas uit het water te trekken.

Wanneer je schade constateert, dit altijd melden in het reserveringssysteem door te klikken op ‘Schade melden’ linksboven.

C, D en E materiaal

Ook bij het verplaatsen van dit materiaal is het belangrijk dat 1 persoon de leiding neemt.

Het C materiaal ligt vrijwel allemaal op de kielbalk. In de giekenloods (de grote loods) liggen alle boten op een kar, in de wherryloods (onder de sociëteit) op karretjes en sommige op liggers.

De kielbalk is een sterk onderdeel van de boot en onder andere bedoeld om de boot op te leggen en te schuiven wanneer deze in of uit het water wordt gehaald. Zorg erbij in- en uithalen van de boot voor dat hij over de kielbalk schuift en dat niet de romp in contact komt met de steiger of kar.

Let zowel bij de wherry- als giekenloods er goed op dat je midden door de deuropening gaat; de riggers steken ver uit de boot! Bij C, D en E materiaal doen we geen ballen op de riggers. De boot gaat achteruit de loods uit en vooruit de loods weer in.

Een boot wordt achteruit het water in gebracht. Leg de riemen tussen de vlonders (Giekenloods; zie foto) of op de vlonders met de bolle kant naar beneden (Wherryloods), zodanig dat ze niet in de weg liggen. De banken houden we vrij om op te zitten.

Met niet in de weg liggen wordt bedoeld niet in de weg voor andere roeiers maar ook dat je een vrije loop hebt om de boot in het water te duwen of eruit te trekken.

Duw de boot aan de punt (niet aan de bal) van de kar af of trek hem aan de punt de kar op. Doe dit met maximaal 3 personen. Eén aan de punt en een persoon die hem recht houdt en iemand, indien noodzakelijk die met de achterste landvast zorgt dat de boot in lijn blijft (alleen bij harde wind noodzakelijk). Rechthouden gaat het gemakkelijkst aan het uiteinde van de rigger, als je maar geen kracht zet om hem aan de rigger uit het water te trekken of erin te duwen.

Laat een kar niet onbeheerd op de steiger staan. Zet deze na het uitbrengen terug op zijn plaats in de loods.

Bij vertrek direct wegvaren en voetborden stellen op het water. Bij aankomst als eerste de boot wegtrekken zodat deze niet meer over de kade hangt en andere boten kunnen aanleggen. Zoek een plaats waar je, zonder dat je anderen in de weg staat, de boot kunt schoonmaken.

Voor de Giekenloods: stel de kar zo op dat de wielen aan de waterzijde ongeveer op de aluminium strip op de steiger staan en de kar haaks staat op de richting van de kade in lijn met de vlonder.

Voor de Wherryloods: trek de karretjes naar het midden. Duw of trek de boot haaks in of uit het water. Voor de boten die niet op karretjes staan zijn er speciale steuntjes om de boot recht te houden wanneer je hem schoonmaakt, zodat hij op de kielbalk en niet op de huid ligt. Verplaats de boot een stukje de wherryloods in als je hem gaat schoonmaken. Op de steunen en de boten bevinden zich gele strepen die aangeven hoe de boot op de steunen dient te liggen.

Let op bij het terugplaatsen dat de gele strip op de boot overeenkomt met de strip op het karretje. Dan kunnen de boten het verste naar de zijden worden geduwd wat de meeste ruimte geeft hij het schoonmaken van andere boten. De overslagen van de dollen worden gesloten.

Boot schoonmaken

Je maakt een boot na gebruik altijd schoon en droog met een doek. Eventueel spoel je eerst het losse vuil af met de slang of een gieter. Spoel na gebruik de doek uit, haal hem door de wringer en hang hem weer netjes op aan een van de rekken. Afnemen aan de binnen- en buitenzijde met een doek en maak de slidings en de wieltjes goed schoon. De slidings en wieltjes eventueel eerst met een vochtig schuursponsje en maak de wieltjes en slidings daarna droog met papier. Na het schoonmaken de evt. aanwezige luchtkasten openen.

Zorg dat al het zwarte vuile uit de sliding en van de wieltjes af is.

Wanneer je schade constateert, dit altijd melden in het reserveringssysteem door te klikken op ‘Schade melden’ linksboven.

Het is soms druk op de steiger. Houd rekening met elkaar, ook als je even moet wachten. Communiceer op een normale manier wanneer je iets wilt van een andere ploeg. Wees behulpzaam, dat bevordert de doorstroming. Bij drukte op de steiger hebben inkomende boten voorrang op uitgaande boten.

Op de plas is het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) van kracht. En houd je verder aan onderstaande adviezen.

Vermijd een aanvaring, ook als je voorrang hebt.

Zeil gaat vóór spier en spier gaat vóór motor.

Een boot die een rechte koers in een vaargeul of aan stuurboordwal vaart heeft voorrang op andere vaartuigen.

Zorg dat je bij een brug ruim op tijd zicht dóór de brug hebt, zodat je zelf goed kan zien of er tegenliggers zijn, maar ook zichtbaar bent voor tegenliggers. Zorg bij bruggen waar hiervoor ruimte is, dat je minimaal 5 bootlengtes voor de brug in een rechte lijn naar de brug vaart met een zichtlijn door de brug.

Zorg bij bochten en bruggen waar geen ruimte is voor een tijdige vrije zichtlijn, dat je goed stuurboordwal houdt en tijdig kunt stoppen, mocht er in de bocht je een tegenligger tegemoet komen.

Ongestuurde boten dienen op de ’s Gravenbroekse Plas altijd stuurboordwal te houden. Kijk bij ongestuurd roeien regelmatig (6-8 slagen) achterom voor het checken van de koers.

Het is soms druk op het vlot. Geef elkaar de ruimte. Soms zal je even moeten wachten voordat je verder kunt. Wanneer je iets wilt van een andere ploeg, vraag dat dan altijd op een normale manier: bijvoorbeeld ‘zou je iets kunnen opschuiven a.j.b.?’ en niet ‘ga opzij!’. Kijk of je iemand kan helpen zodat de doorstroming sneller gaat. Vraag dat vriendelijk en stel je erop in dat niet iedere ploeg dat toelaat.

Leg losse onderdelen zoals riemen (altijd op de bolle kant van het blad natuurlijk), roertjes en kleding zo neer dat ze niet in de weg liggen. Ook niet op banken, die zijn om op te zitten.

Let op de lestijden van de volwassen skiff en jeugd. Het is aan het begin en einde van de les erg druk op het vlot.

Ook op de Breevaart is het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) van kracht. En houd je verder aan onderstaande adviezen.

Houd stuurboordwal. Wees met je bemanning voorbereid op een noodstop.

Houd voldoende afstand ten opzichte van andere boten. Kijk bij ongestuurd roeien regelmatig (6-8 slagen) achterom voor het checken van de koers; ook bevelen we het dragen van een “achteruitkijkspiegel” aan.

Op de Breevaart wordt vooral in de buurt van het vlot vaak lesgegeven. Zorg bij drukte dat je dat gebied mijdt en heb begrip voor beginnende roeiers; die kunnen niet altijd stuurboordwal houden.

Wanneer je een andere boot wilt passeren, doe dat dan wanneer hier ruimte voor is. Maak op een normale manier contact met de te passeren boot: NIET ‘Hé joh opzij en snel een beetje!’

2024-Hijsen van de Broekvelden en de Nieuwenbroek (e-captain.nl)

2024-Hijsen van de IJssel en de TweeDrie (e-captain.nl)